vrijdag 6 mei 2011

Ms.Turtle

De vakantie zit er ook hier in Suriname bijna op. Terwijl jullie allemaal terug in het werk- of schoolstramien kwamen, konden wij het land nog wat verder verkennen en genieten van het mooie weer, nu ja goed weer…  

Dinsdag pakten we opnieuw onze zakken, ditmaal gingen we eerst richting Domburg, om vervolgens naar Matapica te varen… Een beetje een tocht in de omgekeerde richting, want Domburg ligt verder aan de Surinamerivier dan Paramaribo en Matapica ligt aan de oceaan, maar wij (Daphné, Suzanne, Lisa en ik) hadden wel een hele leuke reden om een ommetje naar daar te maken: de zeilboot van Kris lag daar aangemeerd en hij wou ook wel naar Matapica varen. Een toertje met een zeilboot? Daar zeggen wij geen neen tegen!! Het heeft wel heel wat voeten in de aarde (en in het water gehad) vooraleer ons reisje over water begon, maar het was de moeite. Maar laat mij beginnen bij het begin. De nacht voor ons vertrek had het weer eens ongelooflijk hard geregend. Wij noemen het een storing (gelezen in de krant ook!), maar ik vrees dat we stilaan gaan moeten toegeven dat het regenseizoen echt wel begonnen is... Ook op weg naar Domburg waren de weergoden ons niet gunstig gezind en kwam het water met bakken uit de hemel. Dat zorgde ervoor dat we bij onze aankomst niet gewoon even konden roepen op Kris, wiens boot op zo’n 50 meter van de kant lag. Suus en ik hebben gezwaaid, maar tevergeefs. We hebben er dan maar de moderne technologie onder de vorm van een gsm bijgehaald en dat werkte wel… Het stopte zelfs met regenen! Kris kwam ons halen in z’n Dingi (een kleine opblaasbare boot met motor), maar daar liep het fout. De stroming van de Surinamerivier was iets te hevig en net toen we in de boot stonden, vaarde deze onder de steiger, met als gevolg dat hij begon te kantelen. Wij lagen met z’n drieën half in het water, onze tassen dreven in het rond en de boot stond op z’n kant. Met de hulp van een zeer vriendelijke Nederlander kwamen we terug in de juiste positie, maar het kwaad was geschied: alles was doorweekt!! Op de boot aangekomen bekeken we de schade, maar er was niets waardevols stuk gegaan… Dan maar het anker lichten en zo vertrokken we. Kris moest zich bezig houden met een of ander bootding, waardoor ik achter het roer belandde! Als een volleerde vaarster heb ik door weer en wind (want ja hoor, onderweg is het nogmaals beginnen gieten) tot in Johanna & Marghareta gevaren, een tocht van om en bij de vier uur met enkele obstakels zoals een visnet in het midden van de rivier en enkele zeer ondiepe stukken… Maar we zijn er heelhuids, en licht verbrand, geraakt!
Uiteindelijk was het al bijna donker toen we overstapten op een klein bootje waarmee we door het moeras vaarden om tot op het strand te geraken. En ja hoor, ook onderweg kregen we de volle lading. Helemaal doorweekt en verkleumd door de koude wind, arriveerden we op het verlaten strand Matapica. We aten snel een hapje, droogden ons af (maar verse kleren had geen zin, want het was nog heel bewolkt) en om 21u vertrokken we dan naar het strand. Het werd een lange strandwandeling in het pikkedonker, zaklampen zouden de schildpadden doen schrikken waardoor ze hun eitjes kunnen verliezen. We leken we dieven zoals we daar op het strand liepen. Na wel 6 km stootten we, bijna letterlijk, op een kolos van een beest. We hadden meteen prijs: het was de grootste ter wereld, de lederschildpad (voor de dierenartsen onder jullie: dermochelys coriacea, hier in Suriname de aikanti genoemd) Het is heel imposant om zo’n groot beest te zien liggen op nog geen meter afstand en wel in een heel kwetsbare positie, namelijk wanneer ze haar eitjes aan het leggen is. De eitjes zijn, tegen al mijn verwachtingen in, vrij klein. Het zijn net blinkend witte pingpongballetjes. Draaiend in het zand en zwembewegingen makend, maakte mama schildpad uiteindelijk haar nest terug dicht, waarna ze traag over het strand terug kroopt om te verdwijnen in het zwart van de zee… Ik was op slag alle waterellende vergeten, ongelooflijk! Met enkel het geluid van de bruisende oceaan, keerden we terug richting onze slaapplaats. We kwamen nog veel schildpadden tegen: de ene op weg naar de zee, de andere was nog eitjes aan het leggen, nog een andere kwam net uit het water en beklom het zand…
Maar niet elk verhaal eindigt goed, want ook al leken wij de enige op het strand en is het een vrij verlaten gebied, toch zijn er elke avond rovers die de pasgelegde nesten komen leeghalen: schildpadeieren zijn een geliefde delicatesse, maar o zo zeldzaam. Er is geen geld om bewaking op het strand te zetten dit jaar, waardoor alle eieren, op enkele na, weggehaald zijn. Dit jaar zullen er dus bijna geen eitjes uitkomen, waardoor deze fascinerende schildpadden over enkele jaren uitgestorven zullen zijn…
We beleefden nog een zeer onrustige nacht, waar we alweer geteisterd werden door regen, ditmaal in onze tent! De volgende ochtend was de hemel echter stralend blauw en genoten we alle vier nog van een zalige ochtend met een frisse duik in de Atlantische oceaan, waarna we goedgemutst terugkeerden met een ton aan mooie herinneringen!

Life on a deserted island...

De paasvakantie begon hier zoals het bij jullie eindigde: met Pasen zelf! Het leek ons dan ook het uitgelezen moment om die zondag een bezoek te brengen aan de kathedraal van Paramaribo. Maar eerst trakteerden we onszelf op een ontbijt met chocolade. We hadden er de week ervoor lang moeten naar zoeken en spijtig genoeg hebben we geen echte eitjes gevonden, maar een lekker stuk echte Belgische chocolade wisten we wel te vinden! Het werd een lekker uitgebreid ontbijt op het terras…  Het was een zonnige dag en we arriveerden net op tijd aan de volledig houten kerk. Tijdens de viering werd er heel veel gezongen door een kinderkoor en op het einde mochten we de bisschop allemaal een hand schudden. Ondanks het feit dat de ramen in de kerk open stonden, was het bloedheet binnen en dus moesten we onze dorst gaan lessen aan de waterkant… Uiteindelijk brachten we nog een bezoekje aan Kris, een Antwerpse wereldreiziger die met zijn zeilboot aangemeerd lag in het centrum, om vervolgens de rest van de namiddag in het zwembad te hangen. Het was echt te heet om iets anders te doen! De dagen die er op volgden waren ook heel warm en die vulden we dan ook met zweten, zwemmen, douchen en water drinken.

Het stuwmeer
 Op donderdagavond vertrokken we met een hele bende naar het Brokopondo stuwmeer.  Na een half uurtje tuffen over de High Way leek het busje het te begeven en we zagen onze trip al in het water vallen, maar gelukkig hadden we een handige Harry (oftewel Rithey) mee, en die zorgde ervoor dat we al snel weer konden verder rijden. We overnachtten in Brownsweg om dan de volgende ochtend voor zonsopgang gepakt en gezakt naar het meer te vertrekken. Het meer is in 1964 aangelegd voor de krachtcentrale en de plaats waar het meer nu is, was vroeger gewoon bos en bewoond gebied. Alles staat er nog zoals het toen is overstroomd, met als gevolg dat het een heel eigenaardig zicht geeft. Overal steken de toppen van oude bomen uit het water, wat ervoor zorgt dat het wat wegheeft van een kerkhof voor dode bomen... Terwijl de zon stilaan opkwam, vertrokken we met onze lange, smalle boot richting onbewoond eiland. Gedurende vier uur vaarden we over het meer, zonder ook maar één levende ziel tegen te komen. Ik waande mij al helemaal alleen op de wereld… Aangekomen op het eiland, merkten we wel direct op hoe weinig schaduw er was en we wisten onmiddellijk dat dat nog voor problemen ging zorgen!  
 
ons "kamp" op het eiland
Het eiland is echt piepklein. Je zou in principe in 10 minuten rondgestapt zijn, maar dat kan niet want het is vrij “bebost”. Ik voelde mij precies een van de deelnemers van Expeditie Robinson. Terwijl de mannelijke deelnemers van de expeditie op visjacht gingen, koos de vrouwelijke helft om op het eiland te blijven en wat te chillen. Maar na 10 minuten had ik het al gehad met de zon, ze was gewoon té verschroeiend! Met onze spullen hoog boven ons hoofd gingen we door het water naar een ander stukje strand, waar gelukkig wel een beetje schaduw was… Af en toe pootje baden, dutten  op het strand, lezen en kruiswoordraadsels invullen waren de bezigheden die dag en de dagen die er op volgden, kort te omschrijven als luieren, maar dan met een ongelooflijk mooi zicht en niemand in wijde omgeving…
 Terwijl de zon begon te zakken, kwamen de mannen terug met heel wat vis, vooral de veel voorkomende Tukunari, maar af en toe zat er ook een Piranha tussen. Die beesten zouden blijkbaar gevaarlijk klinken dan ze echt zijn, maar toch! Het gaf mij niet echt veel zin om mij in diepe wateren te begeven. We kookten eten op een vuurtje, maar van zodra de zon onder is, valt het leven op een onbewoond eiland ook gewoon stil. Je ziet niets meer, alleen honderden glinsterende sterren aan de hemel… Op ons eiland woonden ook grote dikke mieren (ze zijn wel 3 cm lang!!!) en na zonsondergang werden ze heel actief: ze kropen over onze voeten en beten er echt elke keer in, geen pretje… We hebben dan maar snel onze hangmat en klamboe opgehangen om te proberen te slapen, maar dat ging, ondanks onze vermoeidheid, minder goed dan verwacht.
Ook op zaterdag en zondag werd er gevist, gezond, gegeten, geslapen en geluierd… Rond 12u zondagmiddag begonnen we dan aan de lange tocht terug. Het drinkbaar water werd steeds schaarser, maar daar had de zon geen medelijden mee. Onverbiddelijk stond ze hoog aan de hemel te branden. Dorst zorgde ervoor dat we niets anders deden dat fantaseren van een lekkere frisse Parbobiertje, of een waterijsje of… Net op tijd kwamen we aan land waar we al snel een fles water kochten. Maar er stond ons natuurlijk nog een autorit van 2u te wachten. Doodmoe, maar fier dat we het overleefd hebben zonder luxe, kwamen we aan op Blauwgrond, waar ons bedje op ons stond te wachten…

dinsdag 19 april 2011

Sometimes it's hot in april

Stilaan verstrijken de dagen op onze kalender. Vanaf vandaag is het nog net geen 6 weken meer voor we terug zijn op Shiphol, en we willen nog zo veel doen!
De afgelopen weken zijn we zo wat in een routine terechtgekomen van voorbereiden en naar Santigron gaan. Het vroege opstaan om de school bus te nemen, wende niet, maar de busrit leek telkens sneller gedaan te zijn. Sliepen we misschien iets meer dan anders?
De kinderen weten nu echt wel wie we zijn en de meesten zijn niet meer verlegen. Ik denk, aan hun gezichtjes te zien, dat ze toch wel blij zijn om ons te zien. Ze werken ook allemaal heel flink mee en zijn licht teleurgesteld als hun half uur individuele begeleiding er alweer op zit. Dan moeten we even streng zijn en hen aanporren terug naar de klas te gaan, want anders zitten we binnen de kortste keren met de hele klas onder onze hut/taalklas…
Vorige donderdag zag onze dag er even anders uit. De juf van de 2e klas was afwezig en normaal nemen we op donderdag net de 2e klas. Maar aangezien de kinderen naar huis mogen indien de juf afwezig is, hadden we maar twee opties: ofwel namen we de hele klas samen en deden IETS, ofwel lieten we de kinderen naar huis gaan en dan deden wij niets van de hele voormiddag. Logisch dat we voor optie N° 1 gegaan zijn! Zonder enige voorbereidingstijd hebben we dan met de kinderen allerlei talige spelletjes gespeeld. Ze schreven ook een echte brief aan de kindjes van Brownsweg. Het was af en toe wel even zoeken, maar ik ben toch blij en fier dat we hen de hele voormiddag nuttig hebben kunnen bezighouden. Veel beter dan dat ze gewoon terug naar huis zouden gegaan zijn, toch?! De kinderen vonden het ook heel leuk en wat vooral belangrijk is, ze hebben toch wel wat Nederlands gesproken. Ik vermoed zelfs gemiddeld meer dan op een gewone schooldag…
Er was toch iets wat me die dag opviel, waar ik nog niet over verteld heb. Toen ik een jongen aanmoedigde om even te zwijgen en te luisteren en hij dat niet meteen deed, stapte ik naar hem toe om naast hem te gaan staan… De jongen dacht dat ik hem een mep ging verkopen en dook bijna onder zijn stoel. Ik heb hem toen wel gezegd dat ik hem niet ging slaan, maar hij geloofde er toch precies niet al te veel van. Ook daarna was er een soortgelijk incident met die jongen, hij moet dus toch wel schrik hebben voor slagen. Het is dan ook een nog vaak gebruikte straf op heel wat scholen in Suriname. Zelf noemen ze het ‘zwepen’ of 'meppen' geven. We hadden het twee weken geleden live mogen meemaken en de juf kwam ons nadien (zeer fier) vertellen: “ik heb echt zo hard gemept als ik kon!”.  Ook andere, vernederende straffen worden gebruikt om de kinderen onder de knoet te houden, zoals: voor de hele school een gebedslied zingen, de toiletten poetsen,vernederd worden tijdens een preek van het onderschoolhoofd,  … Te pas en te onpas worden de kinderen ook uit de klas gezet. Ik geloof ook niet dat het nog werkt. De kinderen krijgen een mep, moeten iets doen, maar hun gedrag verandert niet. En ben je dan verwonderd dat ze ook op elkaar slaan? Nee toch! En ja, dan begint het weer van vooraf aan: jij slaat een kind, jij krijgt slaag van de juf… Het is een vicieuze cirkel en de leerkrachten doen er gewoon vlotjes in mee. En het schoolhoofd? Die staat er bij en die kijkt er naar, letterlijk! Hij spreekt niet tegen de kinderen, zit in zijn lokaaltje en laat alles over aan de juffen. 
Deze week is het nog werken geblazen en dan begint ook hier de paasvakantie. Het weer wordt alsmaar beter (lees: het wordt alsmaar heter!) en een verfrissende plons in het zwembad is echt dus onontbeerlijk… Een geluk dat we een abonnement hebben!!
In de vakantie gaan we enkele uitstappen doen. In de planning zitten al zeker de schildpadden op Matapica, vissen naar piranha’s op het Brokopondo-stuwmeer en een fietstocht naar de oude plantages!
Mooi weer en tripjes liggen dus in het vooruitzicht, maar nu eerst terug aan de slag…
Tot volgende week!

donderdag 14 april 2011

De taal waarmee je het (bijna) altijd redt: gebaren

In Suriname leven verschillende volkeren vredig met elkaar. Javanen, Chinezen, Hindoestanen, Creolen, een paar Nederlanders, … Als je al iets over Suriname hebt opgezocht, zou je dit wel al eens moeten tegengekomen zijn. Als Belg ben je dan natuurlijk heel nieuwsgierig hoe dat dan wel in zijn werk gaat, hoe al die verschillende culturen en godsdiensten hier kunnen samenleven…
Nu moet je weten, reisbrochures pakken graag uit met verhalen die niet altijd de waarheid zijn. Maar op het eerste gezicht zou je de boekjes gaan geloven.  Er staan hier in Paramaribo inderdaad een kerk en een moskee vredig naast elkaar te wezen. Maar schijn zou wel eens kunnen bedriegen… De schijn wordt wel heel hoog gehouden en de mensen zullen ook in eerste instantie zeggen dat ze allemaal vredig samenleven. Tot je iets beter kijkt, of luistert naar bijvoorbeeld de taxichauffeur van Javaanse afkomst. Als hij op straat een Creool ziet passeren, zal hij het ook niet nalaten om er iets over te zeggen. Ook vertelt hij welke criminele feiten al die creolen op hun kerfstok hebben. Met de woorden “het zijn toch altijd zij die er bij betrokken zijn” kon ik mij niet van de indruk ontdoen dat onze vriendelijke taxichauffeur eigenlijk een beetje racistisch is. Nu ja, één man maakt natuurlijk de zaak niet… Grondiger onderzoek was aangewezen.  Na wat rondvragen en praatjes maken met mensen, werd ons vermoeden bevestigd: de verschillende bevolkingsgroepen leven hier naast elkaar, niet met elkaar en tot zolang ze geen baat zien in een verstandhouding met een andere, zullen ze ook ver van elkaar wegblijven. Hebben ze er echter eigen belang bij, ja dan...
Al die verschillende culturen en groeperingen hier, zorgen natuurlijk voor een waaier aan ervaringen… Maar mijn voorkeur gaat voorlopig toch wel naar de Chinezen. De meeste Chinezen hier baten een winkel uit. Dat kan variëren van 3 rayons over 12 rayons tot een heuse grote supermarkt. Bij ons in de straat, op twee huizen van onze verblijfplaats, is er zo’n 3-rayonnige-winkel. En de eerste keer toen ik binnenstapte, dacht ik: ”Oei, ga ik hier wel iets vinden naar mijn zin?!” Maar hé, ze hebben ook bekende merken zoals Coca-cola en Colgate… Het is gerieflijk zo’n winkeltje in de buurt.  Wij kopen er ons water, kaas, boter, herlaadkaarten voor de gsm, … Voor de echte boodschappen gaan we naar een grotere supermarkt. Al naar gelang onze drang naar Westers eten gaan we dan naar de Choi (vergelijkbaar met Delhaize), Tulip of Best markt. Deze laatste is zo’n voorbeeld van een grote Chinese supermarkt waar alles net iets minder duur is… Goed om weten toch?!
Nu vraag jij je waarschijnlijk af: wat is er nu in godsnaam zo leuk aan een chinees winkeltje?! De mensen natuurlijk! In al die kleine winkeltjes zijn de mensen ongelooflijk vriendelijk, ze lachen de hele tijd (ken je andere Chinezen?) Er is maar één probleem: zij verstaan ons niet en wij verstaan hen niet! We communiceren meestal in een mengeling van enkele woorden, cijfers op de kassa en erg gearticuleerde en gegesticuleerde woorden en gebaren. En dat levert dan ook heel wat gelach van onze kant op.
Gisteren gingen we 6 grote flessen water halen. Omdat het al laat op de avond was, moesten we het vragen via een luikje (zoals bij de apotheker). Ik vraag dus – met heel veel articulatie:”Graag 6 (ik toon 6 vingers) grote (ik toon mijn handen ver uit elkaar) flessen WATER (ik doe het gebaar van drinken).” Je zou denken dat ze nu met alle mogelijke dranken uit haar afdeling dranken zal gaan komen, maar nee hoor: ze loopt er naartoe, wijst iets aan. Ik doe: Nee nee ernaast (en gebaar naar rechts) nee daarnaast (gebaar nog eens naar rechts) JAAAA! Onze 6 flessen water komen onze kant op.
Dan komt het betalen. Doordat ze via een luikje werkt, kan ze niets tonen op de kassa. Het wordt dus spreken.
Zij: “eeeetie euro’s”
Ik: “excuseer, hoeveel?”
Zij “eeetie EURO’s!!”
Ik: “tien?”
Zij: “EEEETIE EURO’S”
Ik geef haar dan maar een briefje van 50 SRD voor de zekerheid…. Ze geeft wisselgeld terug (eeetie is dus gewoon eightteen, en euro's moet dus dollars zijn). Daarna lacht ze al haar tanden bloot en zegt: ”Daadaaaa (met het bijhorende gebaar, uiteraard!)”
Dit is natuurlijk een zeer vermoeiend spelletje en eigenlijk heb ik nu zin in snoepjes, alleen weet ik niet goed hoe ik daar aan moet beginnen met gebaren…

zaterdag 2 april 2011

Ja Juf!

Afgelopen week gonsde het in Villa Blauwgrond van de activiteit. Na 5 dagen met z’n drieën, is het verschil in decibels wel vrij groot, maar misschien maakt net die afwisseling het zo boeiend! Op zondag was het Laura haar verjaardag en dat betekende een hele dag verrassingen. We hebben haar onderandere geblinddoekt ontvoerd voor een “brunch” in het pannenkoeken- en poffertjescafé waar je (hoe kan je het ook raden!) pannenkoeken en poffertjes kan eten. Met wel 100 verschillende soorten zoete en hartige pannenkoeken was het voor elk van ons niet gemakkelijk om een keuze te maken. Sommigen kozen er dan maar voor om een eigen combinatie samen te stellen! We gaan dus zeker nog eens moeten teruggaan, maar ik heb voor de zekerheid ook de kaart gefotografeerd. Zo kan ik zelf thuis ook eens wat speciale gevallen uitproberen, zoals de pannenkoeken voor 18 + J Maar voor mij was het die dag nog iets te vroeg om pannenkoeken met alcohol te eten.

Op maandag en dinsdag was het voor Laura, Daphné en mij voorbereiden geblazen: materiaal maken, lessen en activiteiten bedenken voor de taalklas zodat we woensdag, donderdag en vrijdag veel konden doen in het schooltje in Santigron. Het was wel leuk om eindelijk nog eens goed te kunnen doorwerken, aan iets waarvan we weten dat we het ook echt kunnen uitvoeren!
  
Woensdagochtend moesten we dan weer vroeg uit de veren om naar Santigron te gaan, waar we die dag met de 3e klas aan de slag gingen. De taalles die we voorzien hadden, verliep vrij goed, behalve dat de leerkracht van de 3e klas te pas en te onpas onderbrak om het te vertalen in het Saramacaans. De leerkracht vertelde ons nadien dat het niet anders kan dan met vertalen, want dat de leerlingen het toch niet begrijpen. Ja voor mij was het dan wel duidelijk waarom die kinderen geen moeite doen om Nederlands te spreken en te begrijpen. Het wordt toch allemaal vertaald, ik zou ook geen moeite doen! Trouwens, alle leerkrachten spreken in de klas en zelfs tijdens de les taal Saramacaans, ongelooflijk, maar het verklaart wel veel…
De taalklas mogen we van Mr. Baisi, het schoolhoofd,  op een plateau met een rieten dak boven geven, weer een nieuwe ervaring: lesgeven in open lucht! Ik heb al een nadeel ontdekt: als er wind is, waaien de papieren weg!! Het was nog even zoeken naar stoelen en tafels, maar die werden ons uiteindelijk gebracht door enkele leerlingen van de 4e klas. Ook de dagen die er op volgden, mochten we in geen geval zelf de tafels en stoelen versleuren. Nee, de stoute leerlingen van de klas moeten de stagiaires helpen! Tja… wie ben ik dan om er iets op te zeggen!? Gewoon laten gebeuren dan maar! Via allerlei kleine testjes probeerden we te achterhalen wat precies de grootste noden van de leerlingen waren, maar het werd ons al snel duidelijk dat  er heel veel dringende noden waren. Het niveau van de kinderen is echt heel laag en we zullen dus bij elk kind op verschillende vlakken (spreken, schrijven, lezen) moeten werken. Sommige kinderen van de 3e klas kunnen zelfs amper lezen! Enkel luisteren lijkt nog goed te gaan, maar of ze alles begrijpen wat we zeggen is ten zeerste de vraag! De kinderen zeggen ook de hele tijd: “Ja juf”, op alles! 
Een kennismakingsgesprekje verloopt dan algauw als volgt:
-          “Wat is je lievelingskleur?”
-          “Ja juf!”
-          “Hoeveel zussen en broers heb je?”
-          “Ja juf!”
-          “Hoe heten je broers?”
-          “Ja juf!”
-          “Ok, we gaan iets anders doen!”
-          “Ja juf!”
Heel frustrerend!!   

Donderdag was het dan de beurt aan de 2e klas en vrijdag de 1e klas. Ook daar stelden we net hetzelfde vast… We weten dus wat te doen met de kinderen de komende weken! Ik denk wel dat de kinderen ons stilletjes aan gewoon beginnen te worden. In het begin keken ze echt wel heel raar en verlegen, want ja 3 blanke meisjes dat valt wel op natuurlijk! Zelf heb ik niet echt het gevoel anders te zijn, maar door hun blikken besef je maar al te snel dat je anders bent. Vrijdag waren de kleutertjes toch wel al heel gewend aan onze aanwezigheid op school en ze wouden allemaal eens voelen aan onze huid. Het leek wel een weddenschap. Heel grappig toen ze merkten dat het eigenlijk niet anders aanvoelde, maar ze wouden ons toch precies niet meer loslaten. Wij vinden dat niet erg, want het zijn stuk voor stuk allemaal schattige kindjes. 


Verder hadden we hier de afgelopen week andere kleine probleempjes genaamd mieren! Die beesten kennen echt geen gêne en kruipen overal in. We hadden ze in het begin van maart al in onze suiker, waardoor we de suiker nu in zelfgerecycleerde glazen potten doen, maar nu kruipen ze ook echt overal in: de nog GESLOTEN cornflakes, de koekjes, het brood,… Niets in veilig voor die beesten! We proberen alles zo goed mogelijk af te sluiten, in dozen of glazen potten te doen, maar dan nog vinden ze vaak hun weg naar binnen…  Alle mogelijke oplossingen zijn dus meer dan welkom. (geen zoetigheid kopen is geen optie!!)
De afgelopen dagen zijn Daphné en ik gaan eten bij de warungs, op 5 minuten stappen van waar we wonen. Een warung is een kleine eettent waar je lekker Javaans kan gaan eten of afhalen. Het is echt spotgoedkoop (omgerekend ongeveer € 3!) en heel lekker! Het lijkt een beetje op Chinees eten met bami en nasi, maar ook andere gekke namen staan op de menukaart, zoals Saoto (een soort kippensoep) en teloh (gestoofde cassave). Spannend dus als je zoiets vraagt, niet wetende wat je op je bord zal krijgen! Er zijn veel van die warungs naast elkaar en we zullen dus nog vaak moeten teruggaan om ze allemaal een bezoekje te brengen en om de hele kaart eens uit te proberen. Ook de plaatselijke bevolking gaat naar de warungs en ’s avonds is het in de straat een drukte van jewelste. Je zou kunnen zeggen dat de warungs hier zijn wat de frietkoten in België zijn: druk, maar o zo lekker! Mmmm frietjes van het frietkot, ik kijk er nu al naar uit…
Tan Bun!

vrijdag 25 maart 2011

Route Santigron

Het werd zo stilaan tijd om nog eens op mijn blog te schrijven, want ik veronderstel dat jullie allemaal heel nieuwsgierig zijn wat ik ondertussen heb uitgespookt.
Vorige week was het de week van voorbereiden op de eigenlijke stage in het dorp. Buiten het feit dat we de directeur nog niet echt gesproken hadden en dat we dus nog steeds niet goed wisten wat we mogen verwachten, hebben we toch al een hoop activiteiten gemaakt die we in verschillende klassen konden doen. Zo bleven we toch niet bij de pakken zitten en konden we eindelijk echt beginnen…
In het weekend hebben we nog een uitstap gedaan, ditmaal naar de Vlindertuin in Lelydorp. Het is eigenlijk een kwekerij waar je alle stappen die een vlinder doormaakt voor hij vlinder is, kan bekijken. Echt wel heel boeiend om te zien en uiteraard voor leerkrachten in spé het ideale moment om materiaal te verzamelen in de vorm van foto’s! Tijdens de rondleiding kwamen we ook de schildpadden en de slangen tegen. Die laatste beesten vond ik minder schattig, zeker als ze in hun opengesperde bek een rat hebben zitten… Jammie!!
Het stond er al lang aan te komen en we hadden er al veel over horen spreken, maar zondag was het Howli Phagwa. Dat is het Hindoestaans Nieuwjaar en wordt gevierd door bijna alle inwoners van Suriname, ook de niet-hindoestanen. Je zou nu denken: Ok een nieuwjaarsfeestje, leuk, maar wat is daar nu zo speciaal aan?! Wel op die dag gooien de mensen gekleurd Phagwa-poeder over elkaar. Wij zijn dus voor alle zekerheid hele goedkope kleren gaan kopen en gelukkig, want we waren nog geen 10 minuten op het Onafhankelijkheidsplein of wildvreemde mensen die vonden dat we te proper waren, kwamen ons al aanvallen. Nog geen 5 minuten later werden we besprongen door mensen van Leri for Life en ja zo was de toon gezet… Af en toe werden we nog eens aangevallen, maar verder konden we genieten van het optreden van een Surinaamse band die Latinomuziek bracht.  Na nog een bezoekje aan de Burger King (af en toe moet je je eens laten gaan) kropen we dan toch wel vroeg in ons bedje, want de wekker ging maandag om 4u aflopen…
… om gepakt en gezakt naar Santigron te vertrekken. We gingen een week verblijven in het dorp en omdat er in het dorp geen echte winkels zijn, moesten we alles vanuit de stad meebrengen.  Chicko, onze persoonlijke (en soms gekke) taxichauffeur, kwam ons om 5u ophalen en hielp ons alles inladen in de bus. We zaten helemaal vooraan, tussen onze zakken en dozen en we vertrokken keurig op tijd…  Na 10 minuten stonden we echter terug aan de vertrekplaats van de bussen: onze bus had problemen met de remmen en reed vandaag niet meer. We mochten uitstappen want ze gingen een andere bus sturen, die gelukkig wel kwam opdagen… Met een half uur vertraging kwamen we aan in het dorp waar we onze spullen afzetten bij Lize en naar de school gingen. Ditmaal was de directeur wel aanwezig. Het gesprek met hem bracht ons niet zo veel bij. Wij deden onze plannen uit de doeken en hij keek en glimlachte naar ons. Ja, veel kwam er niet uit! We moesten alles zelf regelen met de juffen… Maar ook bij de juffen moesten we niet op heel veel uitleg of medewerking rekenen. De meeste keken ons aan en toonden ons wanneer er taal op de planning stond. Het werd ons al gauw duidelijk dat het niet gemakkelijk was om uit te leggen dat een uurtje of half uurtje taal per dag niet voldoende was om ons taalproject tot een goed einde te brengen. We deden nog een kennismakingsspel en gingen dan maar naar Lize, want wederom voelden we dat onze aanwezigheid in de andere lessen niet gewenst was. Wat ons opnieuw ook opviel: het Nederlands van de kinderen is echt héél slecht!!!!!
Maandag kroop traag voorbij terwijl we voor Lize haar huis zaten en keken naar alle dieren en mensen die passeerden. We deden ook een wandeling door het dorp waarbij we de kapiteins (de bazen van het dorp) bedankten voor hun gastvrijheid met een Belgisch Biertje (gevonden in de Choi’s – de grote goedgesorteerde  supermarkt). Toen het avond werd, kregen we antoa met rijst. Antoa is groente die een beetje lijkt op een groene tomaat, maar heel bitter smaakt. Voor de liefhebbers van bitter zeker een aanrader!!  Om 9u waren we echt wel moe en wouden we gaan slapen. Er was echter een probleem: Lize had maar 1 extra bed en er moest iemand bij haar in bed slapen! Daphné heeft zich opgeofferd. Laura en ik kropen in onze gammele bed, maar de gietende regen, de hitte en de naar het midden hellende matras zorgde ervoor dat we niet zo goed konden slapen.  Ook Daphné had bijna geen oog dicht gedaan en zal haar avontuur in het bed met moederkloek nog heel vaak vertellen… (zie: http://daphnedupont.blogspot.com)
Toen we om kwart voor 8 naar de school wilden vertrekken, hield Lize ons tegen. Als het hard regent, gaan de kinderen niet zo vroeg of helemaal niet naar school (tja, ergens ben ik al niet meer verwonderd, maar toch... ) Terwijl we schuilden voor de regen in het schooltje van Leri for Life, kwamen we tot het besluit dat verblijven bij Lize niet echt een optie meer was gezien het plaatsgebrek. Ook het feit dat we niet zo veel mochten doen in de klassen, heeft ons snel doen beslissen dat we de organisatie moesten inlichten. Sabine vertelde ons direct terug te komen naar de stad en te vergaderen met Glenn, onze begeleider…
Ons avontuur in het dorp zat er dus jammer genoeg alweer op… Een beetje aangedaan kwamen we terug in een ondergeregende stad, waar Chicko ons al snel opbeurde met zijn gekke woorden en maffe verhalen. Na een paar goede besprekingen op dinsdag en woensdag kwamen we tot het besluit om toch meer individueel met de kinderen te gaan werken in een taalklas en ons taalproject een beetje te laten varen… 
Ondertussen is het vrijdag en hebben we een hoop werk verzet. We zijn teruggegaan naar Santigron waar we ditmaal met een officiële brief van Leri for life ons vernieuwde project gingen voorstellen. We kregen groen licht van een iets lossere directeur en ook de leerkrachten beantwoorden onze vragen uitgebreid.  Vanaf nu gaan we elke woensdag, donderdag en vrijdag pendelen naar Santigron met de schoolbus en in de eerste, tweede en derde klas lesgeven tijdens het taaluur. De andere uren zullen we vullen met individuele taalbegeleiding. Het project is echt nieuw voor Leri for Life en daardoor is het nog wat zoeken, maar wij zijn de eersten die het uitproberen en dat maakt mij toch wel een beetje fier! Hopelijk wordt het ook echt iets om fier over te zijn…

De school in Santigron

Zo zie je dat ook in Suriname niet altijd alles van een leien dakje loopt en dat relativeren en  flexibel zijn echt wel nodig zijn om niet gefrustreerd te geraken. Nu wachten we in volle spanning op de komst van de meisjes uit Brownsweg om er een gezellig en ontspannen weekend van te maken…
Ik hoop dat jullie niet in slaap zijn gevallen tijdens mijn lange uiteenzetting en ben zeer benieuwd naar jullie reacties ;-)
See you!

dinsdag 15 maart 2011

Cultuur O' Schok

Gisteren was het eindelijk zover en gingen we voor een korte verkenning naar Santigron, het dorp waar we stage gaan lopen. We moesten om 4u ’s nachts opstaan, om de stadsbus van half 6 te kunnen nemen!!  Na een rit  van meer dan een uur, waarvan het laatste stukje over een zeer hobbelige weg, kwamen we dan aan in het dorp. We hadden horen zeggen dat Santigron stilaan meer begon te verstedelijken, omdat het niet zo ver van Paramaribo ligt. Maar eerlijk gezegd vond ik het niet echt verstedelijkt. Het waren allemaal houten huisjes die kriskras door elkaar stonden. Hier en daar zag je wel een stenen huis en een enkele auto, was dat misschien de verstelijking? Lize, onze gastvrouw en juf van het leri-for-life schooltje in het dorp, stond ons op te wachten. We liepen met haar naar haar huis en kregen thee in een houten hutje dat het schooltje bleek te zijn… Plots stonden er 5 schattige kindjes aan de hut, de ene blootvoets, de andere met sandaaltjes en nog een andere met een boekentasje. Het was dus al snel rond gegaan in het dorp dat er twinners aangekomen waren en dus dachten ze dat er die dag klas was. Jammer genoeg voor hen kwamen we die dag niet om te helpen in het schooltje. We hebben even met hen gespeeld en we merkten meteen op dat ze bijna geen Nederlands verstaan.  Waarschijnlijk zullen de kinderen van de lagere school ook niet zo goed Nederlands verstaan… Dat wat wordt een zware klus!

Rond 9u bracht Lize ons naar de basisschool. Daar bleek dat de directeur afwezig was. De onderdirecteur en juf van de 6e klas wist niet van onze komst. We hebben dan maar ons stagerooster gegeven en gevraagd of ze ons deze week konden terug bellen. Het was echt jammer dat ze blijkbaar niets wisten dat we die dag gingen komen, want daardoor hadden we alle drie het gevoel dat we niet echt welkom waren. We hebben nog even een kijkje genomen in de klassen en zijn dan maar terug gegaan in de hoop dat we snel iets horen van de directeur. Het zijn net zoals bij ons 6 klassen – van het eerste tot het zesde leerjaar. De aantallen verschillen per klas nogal, maar er zitten nooit meer dan 20 leerlingen, wat natuurlijk voor ons echt wel een luxe is. Zo kunnen we wat individueler gaan werken. De klassen bevinden zich in een soort van paviljoen, waarvan de ramen open zijn, natuurlijk! Je hoort dus in de ene klas alles wat ze in de andere klas zeggen. Nu ja dat is in België ook soms wel het geval als de muren niet echt stevig zijn…  In de klassen zelf is er heel weinig materiaal aanwezig en het viel op dat sommige borden bomvol stonden geschreven. Er was wel een bibliotheek aanwezig en ze zijn bezig met de bouw van een mediatheek (is dit dan misschien de verstelijking?)
Terug bij Lize hebben we onze cracotten met tonijn uit blik gegeten. Met een mes hebben we dat blik open gewrikt. Het was geen gezicht, maar kom, we hadden eten! Waarschijnlijk zullen we de weken dat we in de dorpen zijn vooral moeten overleven van zo’n dingen, want er is hier niet zo veel en ja verse dingen bederven hier met de warmte heel snel!
We zijn nog even naar de rivier gaan kijken, want daar mogen we ons in wassen EN de afwas in doen… Mmmmm ja, dat zullen we nog wel zien! We kunnen ons ook wassen aan een emmer met water dat uit een kraantje komt, en ik denk dat het eerder dat zal worden! We passeerden op een gegeven moment aan een hut waar de menstruerende vrouwen in verblijven, want tijdens hun menstruatie mogen ze niet in hun eigen huis blijven omdat het als onrein beschouwd wordt. Ik was toch wel even geschokt dan, want echt waar, het leken precies meer stallen voor koeien dan een huis! En gewoon ook het feit dat ze niet in hun eigen huis mogen blijven, vind ik zó raar! Dat was toch even slikken. Hygiënisch zou ik het ook niet noemen, al die vrouwen bij elkaar! (verstelijking is hier ver zoek, me dunkt!)
Dan was het alweer tijd om afscheid te nemen van Lize en terug naar de stad te gaan. Deze keer konden we met de schoolbus mee, en al snel (zeker als je slaapt tijdens de rit) stonden we terug in de bruisende stad Paramaribo…  Wat een verschil in anderhalf uur tijd!!