Er is alweer een week voorbij gegaan in het niet zo zonnige Suriname. Inderdaad, het weer is echt niet om over naar huis te schrijven, maar ik doe het toch! Het heeft al elke dag geregend, maar echt niet normaal – het kan toch echt niet meer harder – geregend! (even een kleine mededeling voor mijn zus: ja er zijn hier ook veel bubbelvriendjes zoals op het dak!)
Dinsdag hebben we voor het eerst een echt tripje gemaakt en het was meteen een voltreffer! Via twee andere meisjes hier in Villa Blauwgrond kregen we het telefoonnummer van Shaid Bootsman. Nee, dat is niet zijn achternaam, maar de mannen die hier een boot hebben, noemen zichzelf wel zo… Wel een beetje spannend om af te spreken met iemand vreemd om er een uitstap mee te gaan doen, maar via die plaatselijke mensen is het wel veel goedkoper voor sommige uitstappen. Onze schrik bleek ongegrond, het was een hele vriendelijke man. Van zodra we vertrokken waren, gaf hij ons over alles wat we konden zien uitleg. Na een half uurtje varen over de Surinamerivier, aan de samenvloeiing met de Commewijne, verschenen ineens uit het niets de dolfijnen. Eerst zagen we er een zwarte vin, dan een paar donkere ruggen en dan ineens aan de andere kant een snoet en een staart … We tuurden over de watervlakte en zagen er geregeld verschijnen. Meer dan een uur bleven we “Oh’s en Ah’s” roepen . Soms zagen we grote groepen en af en toe kregen we het buikje van zo’n tuimelaar te zien.
Daarna bracht Shaid ons naar Braamspunt. Volgens de reisgids moest dit een ongerept stukje strand zijn, zonder al te veel toeristen. Over die toeristen had de gids het juist, er was geen kat (maar wel veel honden) te vinden. Maar dat ongerept, daar heb ik toch mijn twijfels bij, want ik heb er toch wel redelijk wat vuil gezien. Bij het uitstappen werden we direct besnuffeld door een familie zwerfhonden en aangezien we de enige op het strandje waren, zijn ze ons blijven volgen tot we weer aan boord gingen. Lang zijn we daar niet gebleven, want het begon steeds harder te regenen… Terug in de boot brachten we nog een bezoekje aan een sardienen- en garnalenvisser. We kregen nog enkele andere exemplaren te zien, soms echt wel gekke vissen! Als laatste stopten we die dag bij Fort New Amsterdam . Het 18e eeuws fort moest de plantages aan de Surinamerivier beschermen, maar blijkbaar zou het niet lang stand hebben gehouden. Toen we rondliepen op het domein bedacht ik ook dat het ook niet zo onlogisch is dat het geen stevig fort was: het was totaal niet overzichtelijk!!
Terug thuis deed ik een minder leuke ontdekking: mijn schouders waren heel erg verbrand. Ondanks mijn 50+ zonnecrème had de zon mij weer te grazen genomen, en ze had niet ineens voluit geschenen! Het wordt dus echt opletten geblazen…
Wat betreft de stage zijn we nu toch stilaan wat wijzer geworden. Maandag hebben we kennis gemaakt met de juffen van de peuterschooltjes van Santigron en Brownsweg. Bij hen zullen we logeren als we in dorpen zijn voor stage. Komende maandag (14 maart) gaan we al voor een dagje op verkenning naar ons dorp en dan zal er hopelijk nog veel meer duidelijk worden. Woensdag hadden we dan een vergadering met de mensen van Leri for life, waardoor het eindelijk allemaal iets duidelijker werd… Je ziet, het komt wel allemaal, alleen vraagt het een beetje tijd… Ook het Santigron-team (Laura, Daphné en ik) heeft al overleg gepleegd en ik begin er als maar meer zin in te krijgen. Hopelijk keurt de directeur van de school maandag ons project goed en kunnen we over 9 dagen echt beginnen met lesgeven.
Vandaag (zondag) gaan we toch proberen om nog eens te gaan zwemmen in een hotel hier niet zo ver vandaan, als het tenminste niet weer begint te regenen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten